The learning curve of the direct anterior approach is 100 cases: an analysis based on 15,875 total hip arthroplasties in the Dutch Arthroplasty Register
September 2022: Publicatie Acta Orthopaedica
The learning curve of the direct anterior approach is 100 cases: an analysis based on 15,875 total hip arthroplasties in the Dutch Arthroplasty Register.
RM Peters, BLEF ten Have, K Rykov, LN van Steenbergen, H Putter, M Rutgers, S Vos, B van Steijnen, RW Poolman, SBW Vehmeijer, WP Zijlstra
De chirurgische leercurve voor de voorste benadering bij het plaatsen van een totale heupprothese is 100 ingrepen
De keuze voor de benadering van de heup bij het plaatsen van een totale heupprothese (THP) wordt onder andere bepaald door de opleiding en persoonlijke voorkeur van de orthopedisch chirurg. In Nederland is de ‘achterste benadering’ van oudsher de meest gebruikte benadering (50% in 2020) bij het plaatsen van een heupprothese. In de afgelopen decennia is het gebruik van de ‘voorste benadering’ echter fors toegenomen. Waar deze benadering in 2005 bij 5% van de patiënten werd toegepast, is dit in 2020 toegenomen tot 41%.
Bekend is dat de voorste benadering technisch complex is met een duidelijke leercurve (learning curve). Voor orthopedisch chirurgen die overwegen over te stappen naar de voorste benadering, is het belangrijk om te weten hoe lang hun leercurve zal zijn voordat er een stabiele situatie wordt bereikt. Een belangrijke uitkomstmaat voor het resultaat van een prothese is het revisiepercentage: het percentage prothesen dat opnieuw geopereerd en (gedeeltelijk) vervangen moet worden.
In deze studie onderzochten wij de learning curve bij het plaatsen van een THP via de voorste benadering, met behulp van gegevens van de LROI. Alle patiënten waarbij tussen 2007 en 2019 een heupprothese werd geplaatst via de voorste benadering in 6 deelnemende ziekenhuizen werden geanalyseerd. De ingrepen werden geordend per orthopedisch chirurg aan de hand van de operatiedatum. Ingrepen werden, per orthopedisch chirurg, ingedeeld op basis van het procedurenummer ((1) eerste 25 ingrepen, (2) 26e tot 50e, (3) 51ste tot 100ste, (4) 101e tot 150e, (5) 151e tot 200e, (6) meer dan 200 operaties). Gegevens van verschillende orthopeden in de 6 verschillende ziekenhuizen werden, per groep, samengevoegd. Om de learning curve te berekenen werd het revisiepercentage voor de verschillende groepen berekend, rekening houdend met casemixfactoren.
Conclusie
Er is sprake van een duidelijke leercurve bij het plaatsen van een totale heupprothese via de voorste benadering. We vonden een 64% verhoogd risico op revisie voor de eerste 50 ingrepen per orthopedisch chirurg. Voor de 50e tot 100e ingreep was dit risico 30% verhoogd, maar dit verschil was statistisch niet significant. Vanaf 100 ingrepen bleef het risico op revisie constant.