Survival rate and use of revision components in total knee arthroplasty following unicompartmental knee arthroplasty or proximal tibial osteotomy: an analysis of 11,983 procedures from the Dutch Arthroplasty Register
March 5th 2025: Publicatie: Acta Orthopaedica
Survival rate and use of revision components in total knee arthroplasty following unicompartmental knee arthroplasty or proximal tibial osteotomy: an analysis of 11,983 procedures from the Dutch Arthroplasty Register.
MR Huizinga, AJ de Vries, LN van Steenbergen, RW Brouwer
Totale knieprothese na een standscorrectie of halve knieprothese
Bij artrose aan één kant van de knie (binnen- of buitenzijde) zijn er twee operatieve behandelingen mogelijk: een standscorrectie van het scheenbeen – hoge tibia osteotomie – of een halve knieprothese – unicondylaire knieprothese. De keuze voor een van deze operaties hangt af van de kenmerken van de patiënt, maar ook van de voorkeur van de chirurg. Beide ingrepen geven over het algemeen goede resultaten. Toch is vooral bij jongere patiënten later vaak alsnog een totale knieprothese nodig. Dit komt dan bijvoorbeeld door toename van artrose, pijn, instabiliteit of loslating van de prothese. Het plaatsen van een totale knieprothese na een eerdere standscorrectie of halve knieprothese kan technisch uitdagend zijn. De complexiteit en de prothesedelen die gebruikt moeten worden kunnen per situatie verschillen. Deze verschillen kunnen van invloed zijn op het resultaat van de behandeling en hoe lang de totale knieprothese mee gaat. Het doel van deze studie was om te bekijken welke type prothesedelen gebruikt werden bij totale knieprothesen na een standscorrectie ten opzichte van totale knieprothesen na een halve knieprothese. Daarnaast werd gekeken hoe lang deze totale knieprothesen meegaan en de redenen waarom de totale knieprothesen uiteindelijk vervangen moesten worden.

Conclusie
Een totale knieprothese is na een eerdere halve knieprothese (unicondylaire knieprothese) vaker complexer en gaat minder lang mee dan een knieprothese na een standscorrectie (hoge tibia osteotomie). Deze informatie is belangrijk bij de keuze voor een operatieve behandeling bij artrose aan één kant van de knie, vooral bij jongere en actieve patiënten.