Socioeconomic inequalities in patient-reported outcome measures among total hip and knee arthroplasty patients: a comprehensive analysis of instruments and domains
J Verhaar, J Bonsel, M Reijman, G Bonsel
Verschillen in ervaren gezondheid na een heup- of knieprothese tussen SES-groepen
Mensen met een lagere sociaaleconomische status (SES), ofwel lagere maatschappelijke positie, hebben vaker een slechtere gezondheid en hebben vaker een slechter resultaat van een medische behandeling.
SES wordt meestal gemeten aan de hand van inkomen, opleidingsniveau en beroep. Dit zien we ook bij mensen die een heup- of knieprothese krijgen. Eerder onderzoek liet al zien dat patiënten met een lagere SES zich vóór én na het krijgen van een totale heup- of knieprothese minder gezond voelen. In dit onderzoek is gekeken welke aspecten van gezondheid dat precies betreft.
Hiervoor zijn gegevens bekeken van meer dan 100.000 patiënten die tussen 2014 en 2022 een totale heup- of knieprothese kregen en vóór en twaalf maanden na de operatie een vragenlijst met patiëntgerapporteerde uitkomsten (PROMs) hadden ingevuld. De SES-score van de patiënt werd bepaald aan de hand van gegevens over het postcodegebied waar de patiënt woont. Op basis daarvan zijn vijf gelijke groepen gemaakt, van laag naar hoog.
De resultaten van de laagste SES-groep zijn vergeleken met die van de hoogste, zowel vóór de operatie als 12 maanden na de operatie. Daarbij is rekening gehouden met verschillen in patiënt- en operatiekenmerken. In deze vergelijking is gekeken naar hoe mensen hun kwaliteit van leven ervaren, hoeveel pijn ze hebben in rust en tijdens activiteit, hoe het gewricht functioneert, hoe ze hun algemene gezondheid ervaren en hoe tevreden patiënten zijn met het resultaat van de operatie.
Conclusie
Mensen met een lagere sociaaleconomische status ervaren met name vóór, maar ook na een heup- of knieprothese een lagere kwaliteit van leven, meer pijn en slechter functioneren van het gewricht dan mensen met een hogere sociaaleconomische status. Dit zou bijvoorbeeld kunnen komen doordat ze later worden doorverwezen naar de orthopedisch chirurg of doordat er barrières zijn in de communicatie.
Toch valt op dat deze patiënten hun algemene gezondheid niet veel slechter beoordelen en net zo tevreden zijn over het resultaat van de operatie. Mogelijk hebben zij andere verwachtingen van de behandeling.
Al met al laten deze resultaten zien dat het belangrijk is om bij de zorg en begeleiding rekening te houden met sociaaleconomische verschillen.