Conversion of UKA and HTO to TKA: analysis of survival, surgical complexity and clinical outcomes - PROMs
September 2025: Publicatie KSSTA.
Lower survival, higher surgical complexity, but no difference in physical functioning and pain in total knee arthroplasty following osteotomy versus primary total knee arthroplasty without osteotomy: Analysis of 189,932 procedures of the Dutch Arthroplasty Register.
MR Huizinga, AJ de Vries, LN van Steenbergen, RW Brouwer
Eerdere standscorrectie en uitkomsten na een totale knieprothese
Het plaatsen van een totale knieprothese na een eerdere standscorrectie kan technisch uitdagend zijn. De complexiteit van de operatie en de prothesedelen die nodig zijn kunnen per situatie verschillen. Deze verschillen kunnen van invloed zijn op het resultaat van de behandeling en hoe lang de totale knieprothese meegaat. Het doel van deze studie was om te bekijken welk type protheseonderdelen gebruikt werden bij totale knieprothesen na een standscorrectie ten opzichte van primaire totale knieprothesen zonder standscorrectie. Daarnaast werd gekeken hoe lang deze totale knieprothesen meegaan (rekening houdend met verschillende factoren die van invloed kunnen zijn) en naar de uitkomsten tot 1 jaar na de operatie op basis van vragenlijsten die patiënten zelf invulden (PROMs).
Conclusie
Bij een totale knieprothese na een eerdere standscorrectie zijn vaker revisie-onderdelen nodig dan bij een primaire knieprothese zonder standscorrectie. Ook gaat de knieprothese minder lang mee. Hierbij spelen de revisiecomponenten waarschijnlijk een belangrijke rol. Tot 1 jaar na de operatie zijn er bij de patiënten die vragenlijsten hebben ingevuld geen verschillen gevonden in pijn en functie. Ondanks de beperkingen van dit onderzoek is deze informatie waardevol voor jongere en actievere patiënten met artrose die mogelijk in aanmerking komen voor een standscorrectie.