10-year trends in benzodiazepine, opioid, and concurrent use in hip and knee arthroplasty: a nationwide cohort study from the Netherlands
Oktober 2025: Publicatie Acta Orthopaedica.
10-year trends in benzodiazepine, opioid, and concurrent use in hip and knee arthroplasty: a nationwide cohort study from the Netherlands.
M Yepes-Calderón, RGHH Nelissen, ML Bouvy, FL Rosendaal, LN van Steenbergen, A Dahan, MGJ Gademan
Trends in gebruik van opioïden en benzodiazepines na een heup- of knieprothese
Het gebruik van sterke pijnstillers (opioïden) na een gewrichtsvervangende operatie van de heup of knie is de afgelopen jaren toegenomen. Ook het gebruik van kalmeringsmiddelen (benzodiazepines) in de algemene bevolking is gestegen. Beide middelen kunnen risico’s geven, zoals sufheid, vallen en botbreuken, ademhalingsproblemen, afhankelijkheid en een overdosis. Het wordt daarom afgeraden om deze middelen tegelijk te gebruiken, omdat dat de kansen op deze risico’s nog groter maakt. In dit onderzoek is gekeken naar het gebruik van opioïden en benzodiazepines, apart én samen, bij mensen die tussen 2013 en 2022 een primaire heupprothese vanwege artrose of een fractuur of een primaire knieprothese vanwege artrose kregen. Hiervoor zijn gegevens uit de LROI gekoppeld aan die van de Stichting Farmaceutische Kengetallen. Stichting Farmaceutische Kengetallen registreert bijna alle recepten die in Nederland buiten het ziekenhuis worden voorgeschreven. Iemand werd als een gebruiker gezien als er minstens één voorgeschreven recept was in het jaar vóór of ná de operatie. Als er minstens zeven dagen overlap was tussen het recept voor een opioïde en een benzodiazepine, werd dat gezien als gelijktijdig gebruik. Ook is gekeken naar wie deze medicatie voorschreven, zoals orthopeden, huisartsen en andere zorgprofessionals.
Conclusie
Tussen 2013 en 2022 is het gebruik van kalmeringsmiddelen (benzodiazepines) bij mensen met een heup- of knieprothese in Nederland afgenomen. Het gebruik van sterke pijnstillers (opioïden) is in diezelfde periode juist sterk toegenomen, zowel vóór als na de operatie. Ondanks waarschuwingen over de risico’s gebruikte tussen de 6 en 11 procent van de mensen beide middelen tegelijk. Huisartsen schreven deze medicijnen het vaakst voor, maar orthopeden waren medeverantwoordelijk voor ongeveer een derde van de voorschriften waarbij beide middelen tegelijk werden gebruikt in de eerste maanden na de operatie. Deze resultaten laten zien dat vooral het gebruik van opioïden nog steeds een belangrijk aandachtspunt is in de zorg rondom heup- en knieprothesen.